|
||||||||
|
Alvast één van de meest interessante resultaten van noodgedwongen “in uw kot”-activiteiten, die door de veel te langdurige Covid-pandemie werkelijkheid werden, is deze “Oeverloos”. Achter de veelzeggende naam “Zonderland”, gaan muzikant Ward Dhoore en beeldend kunstenaar Lander Cardon schuil. De eerste kent u vast als lid van Trio Dhoore, Spilar (met Maarten Decombel) of Snaarmaarwaar of als deelnemer aan de werkzaamheden van Estbel, het kindje van zijn broer Hartwin. Misschien leest u ook wel eens kleine lettertjes op platenhoezen en onthiel u daarvan de naam vanTrad Records, het voornamelijk op folkmuziek gerichte platenlabel dat Ward uit de grond stampte met zijn geestesverwant Jeroen Geerinck -ook al van Snaarmaarwaar. Samen zijn deze beide heren, onder de vlag van hun Trad-label en middels de kwaliteiten van de opnamestudio van Jeroen, verantwoordelijk voor -of minstens betrokken bij- ongeveer elke CD die de jongste jaren in de Vlaamse folk het licht zagen, en ook hier in een knappe bijrol te horen op de tracks “Kade” en “Oeverloos”. Wat voorlopig iets minder bekend is, zijn de activiteiten van Zonderland: Ward speelt, Lander schildert en dan nog wel gelijktijdig en live. Nu, los daarvan is Ward ook een erg goeie fotograaf en speelt Lander méér dan “zomaar een beetje” muziek, wat er minstens op wijst dat ze oog en oor hebben voor elkaars disciplines en wat onder andere mee geïllustreerd wordt in de sax-partij van Lander op openingstrack “Bohan”. Lander Cardon voorstellen, vereist wat inspanning: in zijn thuisstad Dendermonde is hij bekend bij iedereen met oog voor mooie tattoos, maar hij maakt ook meer traditioneel, zij het bijzonder origineel grafisch werk en sculpturen. Beide heren leerden elkaar kennen en appreciëren tijdens hun studies aan Sint Lucas en ze ontdekten al snel dat hun invulling van het begrip “schoonheid” redelijk verwant was. Van het ene kwam het andere en de twee bleven contact houden -ze wonen ook niet danig ver bij elkaar uit de buurt-, wat er ondermeer toe leidden dat je al eens een werk van Lander kon aantreffen op een platenhoes van Ward. Lang verhaal kort gemaakt: het dreigende zwarte gat, waar de pandemie verantwoordelijk voor was, maakte dat Ward en Lander eindelijk de tijd hadden om werk te maken van een droom waar ze al een hele tijd mee rondliepen: hun wederzijdse verbondenheid -deze twee zijn echt Vrienden met grote V- vorm geven middels het creëren van beeldend materiaal van Lander, waarbij Ward dan de soundtracks zou componeren. De hedendaagse technologie deed (veel van de) rest: je kunt, mits de nodige uitrusting, makkelijk afbeeldingen en soundclips over de digitale snelweg naar elkaar overmaken en het resultaat van één en ander is nu te horen op deze CD. In een dik half uur hoor je acht van de muzikale illustraties, die ward maakte bij de grafische werken van Lander. Zoals de plaattitel doet vermoeden, speelt “water” een nogal bijzondere rol in dit project -je groeit niet ongestraft op in Denderland-, waarvan een aantal titels meer dan duidelijke verwijzingen zijn naar dan oeverloze, dat onbegrensde, waar we water steevast mee identificeren. Of het nu “Bohan” heet, of “Zeeland” of “Kaap”, “Kade” of “Kustlicht”, water is overal het hoofdelement, zowel in de muziek, die veelal klatert en nogal eens naar Einaudi of Glass verwijst, als in het visuele. Wie op de facebook-pagina van Zonderland wat doorklikt, kan een aantal afbeeldingen te zien krijgen van “illustraties” van Lander bij de muziek van Ward-al geldt het omgekeerde net zo goed. Wat er ook van zij: ik kreeg de Plaat een paar dagen te laat in de bus om de tentoonstelling annex CD-voorstelling live te kunnen bijwonen, maar ik hoop van harte dat een aantal Culturele Centra dit duo uitnodigt om live hun ding te komen doen, want zowel de illustraties als de muziekjes zijn meer dan de moeite waard om bekeken en beluisterd te worden. (Dani Heyvaert)
|